Schaap over de dam
Schaap over de dam
Provinciale dammer koopt duur damtijdschrift
Nationale bond lost op in hoogmoed?
Loop een willekeurige speelgoedwinkel binnen en vraag een dambord. Een bakvisje in een bont T-shirt lacht onzeker haar beugel bloot onderwijl speurend naar het gewenste kleinood. Na enige tijd komt er een 12-spelendoos tevoorschijn. Jeu de dames staat op plek acht vermeld. Keurig achter her brave rijtje halma, schaken, mens-erger-je-niet, ganzenbord, molenspel, backgammon, enzovoort. Een kartonnetje met twaalf witte en twaalf zwarte plastic schijfjes. We behelpen ons met acht keer acht. Maar we juichen… het gevraagde dambord is gevonden!
Ik herinner me nog goed die mooie houten schijven waarmee mijn grote broer tegen mijn vader streed. Aan de ene kant een bloemetje, aan de andere kant een molen. Twintig witte molens tegen twintig zwarte bloemetjes. Of andersom, zo men wenste. Een heerlijk houten bord met een stevige rand. De dijk die de molens in de polder hield, de bloemen bloeiden dat het een lieve lust was.
Mijn broer Ove had op zevenjarige leeftijd het ongenoegen het ziekenhuis met een ietwat langer bezoek te mogen vereren. Het gebouw lag aan de voet van een mooie heuvel, daar waar een beekje zich bochtig westwaarts slingert. Een modern gebouw, witgekleurd. Als driejarige ging ik op bezoek bij mijn grote broer. Van honderd velden had ik nog geen weet.
Als tijdverdrijf kreeg Ove spelletjes aangeboden. Hij stelde zijn twintig op en het lukte hem succes te boeken tegen de speelse zusters. Thuisgekomen vertelde hij vol vuur honderduit over zijn eerste zegetocht.
Mijn vader haalde het eerder beschreven spel tevoorschijn en leerde zijn oudste zoon in rap tempo wat verliezen is. Mijn vader stelde zijn begeesterde zoon een beloning in het vooruitzicht. ‘Als je van me wint, krijg je één gulden!’ Mijn vader speelde zelf ook gedreven, hij gaf nimmer iets cadeau. Enige tijd later klonken er vreugdekreten in onze mooie stationswoning aan de lijn Sittard – Heerlen. ‘Ik heb van papa gewonnen!’
Jaren later – we hadden die prachtige ambtswoning ingeruild voor een gewoon rijtjeshuis – toonde Ove zijn jongste broer het prachtige spel van de vierenzestig velden. Ik stelde mijn stukken op, leerde en passant slaan, rocheren en promoveren. Ook monopoly, stratego, halma, kwajongen en barricade hadden mijn warme belangstelling. Maar het spel met die schijven… Of toch? Mijn oudste broer vertelde over die Rus en die Nederlander. Zij zouden een match spelen om de wereldtitel. En die Nederlander was beter, zo verzekerde mijn grote broer. Toch maar een partijtje spelen?
We voetbalden op het veld achter het huis, we speelden damtoernooitjes in huis. Natuurlijk won Ove altijd, maar ik werd makkelijk tweede, voor mijn precies één jaar oudere broer René en het vriendje uit de straat. Ik kon al heel goed dammen, want ik haalde altijd de zilveren medaille.
Van het een komt het ander. Menige dammer kan gelijke verhalen vertellen. In vroeger dagen was het damspel onderdeel van onze cultuur. Iedereen was bekend met het houten bord en het doosje met schijven. Ook ganzenbord, scrabble, mikado waren vast aanwezig in elk huis. De computer bleef beperkt tot kolossale kasten ergens ver weggestopt in grote hoofdkantoren van nog grotere bedrijven. De nationale en provinciale bonden kenden een vaste routine van wedstrijden, stevig vervlochten in cycli van promotie en degradatie. De jongelingen Sijbrands en Wiersma trainden zelfstandig op weg naar de top. De Rooij, Koeperman en Keller schreven hun monumentale leerboeken. Een prachtige tijd, maar deze komt niet weer.
In de tijd van nu is snelheid het parool. Computers domineren het huiselijke leven, oude spelen verstoffen onder stapels rommel ergens ver weg op zolder. Zakelijkheid is een ander begrip dat nadrukkelijk aanwezig is. En we moeten gloriëren. We moeten samenspannen. Bonden zijn gekoppeld aan nationale sportorganisaties. De samenleving wil massaal successen vieren, de aandacht komt te liggen op de top. Titels behalen, dat is het hoogste doel waarvoor het plezier van de grote groep geofferd wordt. Talenten scouten, trainers aanstellen, diamantjes slijpen, vaste mapjes, dure boekenlijsten, psychologisch verantwoorde trainingsschema’s, enzovoort. Het doel heiligt alle middelen. We gaan ervoor.
In de moderne tijd vervliegt de cultuur. De spelen dateren uit grootvaders tijd. De enkeling die het stoffige spel ontdekt, voorbij computer zijn creatieve geest wil aanscherpen, meldt zich bij de bond. Hij bestelt aldaar een bord met schijven, een paar computerprogramma’s en de zesdelige mappenserie. Hij meldt zich bij de plaatselijke damclub. Nee, niet mogelijk, hij meldt zich bij een regionale damclub. Een handjevol grijsaards heet hem welkom, hij schuift zijn eerste partijen bijeen. Hij wordt geconfronteerd met de belegen routine en hij bestelt een glaasje fris. Hij krabt zich achter de oren en berust voorlopig in zijn lot. Hij weet, de damwereld loopt op zijn laatste benen.
Beste mededammers, waar gaat het heen met ons geliefde damspel? De komende tijd zal duidelijk maken waar de Limburgse dammer staat. Slechts acht verenigingen telt onze kleine bond. Sportief knaagt de landelijke bond de banden steeds verder door. Contributie wordt gemakzuchtig eenzijdig verhoogd, ruggespraak met de achterban is er slechts mondjesmaat. Dure trainingsprogramma’s kosten geld, de provinciaal schikt in een zaaltje achteraf zijn schijven voor een nieuwe partij. Nationale bobo’s conformeren zich modern, de kleine dammer schikt zich in zijn lot. Toptalenten willen maar niet de mondiale kroon grijpen, de kostbare trainingsinspanningen ten spijt. De Limburgse modaal ontvangt vier keer per jaar het kleurrijke damspel.
Hoe lang accepteert de grote groep deze situatie? Blijft hij mak in het hok? Of bezoekt hij kordaat de wilgentuin en hangt er zijn bord? Een schaap over de dam…
Nationale bond lost op in hoogmoed?
Loop een willekeurige speelgoedwinkel binnen en vraag een dambord. Een bakvisje in een bont T-shirt lacht onzeker haar beugel bloot onderwijl speurend naar het gewenste kleinood. Na enige tijd komt er een 12-spelendoos tevoorschijn. Jeu de dames staat op plek acht vermeld. Keurig achter her brave rijtje halma, schaken, mens-erger-je-niet, ganzenbord, molenspel, backgammon, enzovoort. Een kartonnetje met twaalf witte en twaalf zwarte plastic schijfjes. We behelpen ons met acht keer acht. Maar we juichen… het gevraagde dambord is gevonden!
Ik herinner me nog goed die mooie houten schijven waarmee mijn grote broer tegen mijn vader streed. Aan de ene kant een bloemetje, aan de andere kant een molen. Twintig witte molens tegen twintig zwarte bloemetjes. Of andersom, zo men wenste. Een heerlijk houten bord met een stevige rand. De dijk die de molens in de polder hield, de bloemen bloeiden dat het een lieve lust was.
Mijn broer Ove had op zevenjarige leeftijd het ongenoegen het ziekenhuis met een ietwat langer bezoek te mogen vereren. Het gebouw lag aan de voet van een mooie heuvel, daar waar een beekje zich bochtig westwaarts slingert. Een modern gebouw, witgekleurd. Als driejarige ging ik op bezoek bij mijn grote broer. Van honderd velden had ik nog geen weet.
Als tijdverdrijf kreeg Ove spelletjes aangeboden. Hij stelde zijn twintig op en het lukte hem succes te boeken tegen de speelse zusters. Thuisgekomen vertelde hij vol vuur honderduit over zijn eerste zegetocht.
Mijn vader haalde het eerder beschreven spel tevoorschijn en leerde zijn oudste zoon in rap tempo wat verliezen is. Mijn vader stelde zijn begeesterde zoon een beloning in het vooruitzicht. ‘Als je van me wint, krijg je één gulden!’ Mijn vader speelde zelf ook gedreven, hij gaf nimmer iets cadeau. Enige tijd later klonken er vreugdekreten in onze mooie stationswoning aan de lijn Sittard – Heerlen. ‘Ik heb van papa gewonnen!’
Jaren later – we hadden die prachtige ambtswoning ingeruild voor een gewoon rijtjeshuis – toonde Ove zijn jongste broer het prachtige spel van de vierenzestig velden. Ik stelde mijn stukken op, leerde en passant slaan, rocheren en promoveren. Ook monopoly, stratego, halma, kwajongen en barricade hadden mijn warme belangstelling. Maar het spel met die schijven… Of toch? Mijn oudste broer vertelde over die Rus en die Nederlander. Zij zouden een match spelen om de wereldtitel. En die Nederlander was beter, zo verzekerde mijn grote broer. Toch maar een partijtje spelen?
We voetbalden op het veld achter het huis, we speelden damtoernooitjes in huis. Natuurlijk won Ove altijd, maar ik werd makkelijk tweede, voor mijn precies één jaar oudere broer René en het vriendje uit de straat. Ik kon al heel goed dammen, want ik haalde altijd de zilveren medaille.
Van het een komt het ander. Menige dammer kan gelijke verhalen vertellen. In vroeger dagen was het damspel onderdeel van onze cultuur. Iedereen was bekend met het houten bord en het doosje met schijven. Ook ganzenbord, scrabble, mikado waren vast aanwezig in elk huis. De computer bleef beperkt tot kolossale kasten ergens ver weggestopt in grote hoofdkantoren van nog grotere bedrijven. De nationale en provinciale bonden kenden een vaste routine van wedstrijden, stevig vervlochten in cycli van promotie en degradatie. De jongelingen Sijbrands en Wiersma trainden zelfstandig op weg naar de top. De Rooij, Koeperman en Keller schreven hun monumentale leerboeken. Een prachtige tijd, maar deze komt niet weer.
In de tijd van nu is snelheid het parool. Computers domineren het huiselijke leven, oude spelen verstoffen onder stapels rommel ergens ver weg op zolder. Zakelijkheid is een ander begrip dat nadrukkelijk aanwezig is. En we moeten gloriëren. We moeten samenspannen. Bonden zijn gekoppeld aan nationale sportorganisaties. De samenleving wil massaal successen vieren, de aandacht komt te liggen op de top. Titels behalen, dat is het hoogste doel waarvoor het plezier van de grote groep geofferd wordt. Talenten scouten, trainers aanstellen, diamantjes slijpen, vaste mapjes, dure boekenlijsten, psychologisch verantwoorde trainingsschema’s, enzovoort. Het doel heiligt alle middelen. We gaan ervoor.
In de moderne tijd vervliegt de cultuur. De spelen dateren uit grootvaders tijd. De enkeling die het stoffige spel ontdekt, voorbij computer zijn creatieve geest wil aanscherpen, meldt zich bij de bond. Hij bestelt aldaar een bord met schijven, een paar computerprogramma’s en de zesdelige mappenserie. Hij meldt zich bij de plaatselijke damclub. Nee, niet mogelijk, hij meldt zich bij een regionale damclub. Een handjevol grijsaards heet hem welkom, hij schuift zijn eerste partijen bijeen. Hij wordt geconfronteerd met de belegen routine en hij bestelt een glaasje fris. Hij krabt zich achter de oren en berust voorlopig in zijn lot. Hij weet, de damwereld loopt op zijn laatste benen.
Beste mededammers, waar gaat het heen met ons geliefde damspel? De komende tijd zal duidelijk maken waar de Limburgse dammer staat. Slechts acht verenigingen telt onze kleine bond. Sportief knaagt de landelijke bond de banden steeds verder door. Contributie wordt gemakzuchtig eenzijdig verhoogd, ruggespraak met de achterban is er slechts mondjesmaat. Dure trainingsprogramma’s kosten geld, de provinciaal schikt in een zaaltje achteraf zijn schijven voor een nieuwe partij. Nationale bobo’s conformeren zich modern, de kleine dammer schikt zich in zijn lot. Toptalenten willen maar niet de mondiale kroon grijpen, de kostbare trainingsinspanningen ten spijt. De Limburgse modaal ontvangt vier keer per jaar het kleurrijke damspel.
Hoe lang accepteert de grote groep deze situatie? Blijft hij mak in het hok? Of bezoekt hij kordaat de wilgentuin en hangt er zijn bord? Een schaap over de dam…
- robaartsen
- Berichten: 121
- Lid geworden op: 21 januari 2006; 11:17
- Locatie: Montfort
- Contacteer:
Re: Schaap over de dam
Ik herken er wel iets in. Een paar weken terug ben ik met mijn zoon en vrienden van hem mee geweest naar een gametoernooi of noemen ze dit een LAN-party. Je weet niet wat je ziet. Honderden tieners, je zou zeggen, computernerds die die netwerken met elkaar koppelen. XBox-en, laptops, etc, etc, Vroeger zouden dit schakers of dammers zijn geweest. Ik beschouw het als een zelfde slag soort mensen, ze zijn in hun hoofd bezig met allemaal bits en bytes of 32-18. 17-21. In den lande vinden wekelijks wel ergens van dit soort gebeurtenissen plaats. En aan het geld ligt het niet. Dit soort evenementen zijn duurder dan wij in het jaar aan contributie voor de damsport moeten betalen. Een voorbeeld: De nieuwste HALO werd afgelopen vrijdag bij de Mediamarkt nog gekocht door mijn 2e zoon. 44 euro. Bij elkaar gespaard van zijn krantenwijk. Het spel werd in 2 dagen uitgespeeld en nu speelt hij het via internet tegen anderen. Mijn oudste zoon speelt World of Warcraft. Miljoenen spelen dit spel wereldwijd en allemaal tegen elkaar. Al enige tijd zit hij op het hoogste level te spelen. Kost allemaal geld om dit te mogen spelen. Ik denk iets van 30 euro voor 60 dagen. Aan het geld ligt het niet.
Toen ik als tiener damde werd ik kort erna ook gegrepen door de Commodore 64 in de jaren 80. Donkey Kong, Pac Man, etc. Ik herken dit wel, more fun dan dat 'saaie'bordspel. Het is niet voor niets dat de problemen in de damwereld vanaf de jaren 80 zijn ontstaan. De opkomst van de PC, Ataris, Commodore etc. etc. Waarom dam ik nu weer? Soms zijn dammers best wel gezellig
het is toch een gezelschapsspel die 2 mensen samen face-to-face spelen. De ene dammer beoefent het dammen op hoog niveau zodat we dit kunnen beschouwen als topsport. En de ander doet het recreatief. De een kan niet zonder de ander.
Wat is beter of slechter? Het spelen van computergames of een denksport? Nou de jongens op de LAN-party waren niet dom, als ik met hun sprak. Studeerden vrijwel allemaal en deden de meest uitlopende studierichtingen. Van chemie tot sociale geografie. Ik vroeg aan hun, wat ze van denksporten vinden zoals dammen. Hebben ze wel eens gedaan op school, vonden ze wel leuk maar het was toch wel saai vergeleken met computergames. Je mocht niets tegen elkaar zeggen tijdens het dammen, en bij een computergame wel. Je ziet dat we allemaal koptelefoons hebben met een microfoon. Ze zeiden ook tegen mij: "Volgens mij ben je de oudste hier, kijk eens om je heen. We hebben allemaal dezelfde interesses en praten ook over andere zaken dan alleen games". Toen dacht ik, dit is het. Hier hoor ik toch iets van een sociaal gemeenschap. Niet in jezelf opgesloten zitten en alleen maar gamen. Het sociale aspect is toch ook belangrijk. Precies zoals dammen hoort te zijn voor deze leeftijdsgroep die wij zo missen in de damwereld.
Lees het schitterende plan van Piet Bouma: http://laatste.info/bb3/viewtopic.php?f ... &start=165
Lees de zinvolle constructieve opmerkingen van diverse dammers.
Kortom: De fouten hebben wij dammers allemaal gemaakt al meer dan 20 jaar gelden. Niet de bond, de provincie, bestuurders of bobo's. Het is zo makkelijk om met een vingertje te wijzen, en een zij-wij situatie te creëren. Wij met zijn allen hebben niets gedaan met de veranderingen die in de maatschappij zijn ontstaan. De individualisering, materialisme, de yuppie-cultuur, de niet 9 tot 5 mentaliteit die je in de vacatures ziet staan, de huisvrouw die moet gaan werken. Denk aan het mooie nummer van Herman van Veen: Opzij opzij opzij http://www.youtube.com/watch?v=0FiuDrfu2D8 Ik wil hierbij afsluiten: Het moet allemaal sneller, ook het dammen blijkbaar.
Snelheid is dus belangrijk blijkbaar in ons leven vandaag aan de dag. Het valt me soms op, des te ouder ik word hoe meer ik praat als de ouderen toen ik jong was. Waarom toch, denk ik steeds? Ben ik zo oud, dat ik niet meer met veranderingen kan omgaan. Laatst moest ik nog een presentatie geven tijdens een workshop n.a.v. dit boekje: [flash=]http://www.managementboek.nl/boek/97890 ... er_johnson[/flash] Sja, ik werk in de ICT. Waar er veranderingen zijn, dan is het wel in deze branche. Niets doen is stilstand. Het leven is ontstaan door veranderingen. Van de Big Bang tot de Homo sapiens. En het zal niet ophouden, veranderingen zullen er altijd wel zijn. Maar de kunst is om de verandering naar je hand te zetten. Misschien moet er iets gedaan worden met de recessie. Dalende inkomsten, minder geld voor games
minder geld voor vakanties, met als gevolg weer terug naar de basis, waar het allemaal begonnen is.
Ook is er sprake van een paradox in de damwereld. We worden allemaal grijzer, dus we zijn aan de ene kant huiverig voor veranderingen, maar aan de andere kant moet er wel iets veranderen, omdat wij niet tevreden zijn met de dalende aantal leden. We willen namelijk dat de damsport door veel mensen worden beoefend. We willen namelijk tegenstanders zien en niet steeds tegen dezelfde koppen blijven spelen.
Deze reactie is geen tegenreactie op het stuk van Holger, maar puur bedoeld hoe ik tegen deze complexe materie aankijk.
Toen ik als tiener damde werd ik kort erna ook gegrepen door de Commodore 64 in de jaren 80. Donkey Kong, Pac Man, etc. Ik herken dit wel, more fun dan dat 'saaie'bordspel. Het is niet voor niets dat de problemen in de damwereld vanaf de jaren 80 zijn ontstaan. De opkomst van de PC, Ataris, Commodore etc. etc. Waarom dam ik nu weer? Soms zijn dammers best wel gezellig

Wat is beter of slechter? Het spelen van computergames of een denksport? Nou de jongens op de LAN-party waren niet dom, als ik met hun sprak. Studeerden vrijwel allemaal en deden de meest uitlopende studierichtingen. Van chemie tot sociale geografie. Ik vroeg aan hun, wat ze van denksporten vinden zoals dammen. Hebben ze wel eens gedaan op school, vonden ze wel leuk maar het was toch wel saai vergeleken met computergames. Je mocht niets tegen elkaar zeggen tijdens het dammen, en bij een computergame wel. Je ziet dat we allemaal koptelefoons hebben met een microfoon. Ze zeiden ook tegen mij: "Volgens mij ben je de oudste hier, kijk eens om je heen. We hebben allemaal dezelfde interesses en praten ook over andere zaken dan alleen games". Toen dacht ik, dit is het. Hier hoor ik toch iets van een sociaal gemeenschap. Niet in jezelf opgesloten zitten en alleen maar gamen. Het sociale aspect is toch ook belangrijk. Precies zoals dammen hoort te zijn voor deze leeftijdsgroep die wij zo missen in de damwereld.
Lees het schitterende plan van Piet Bouma: http://laatste.info/bb3/viewtopic.php?f ... &start=165
Lees de zinvolle constructieve opmerkingen van diverse dammers.
Kortom: De fouten hebben wij dammers allemaal gemaakt al meer dan 20 jaar gelden. Niet de bond, de provincie, bestuurders of bobo's. Het is zo makkelijk om met een vingertje te wijzen, en een zij-wij situatie te creëren. Wij met zijn allen hebben niets gedaan met de veranderingen die in de maatschappij zijn ontstaan. De individualisering, materialisme, de yuppie-cultuur, de niet 9 tot 5 mentaliteit die je in de vacatures ziet staan, de huisvrouw die moet gaan werken. Denk aan het mooie nummer van Herman van Veen: Opzij opzij opzij http://www.youtube.com/watch?v=0FiuDrfu2D8 Ik wil hierbij afsluiten: Het moet allemaal sneller, ook het dammen blijkbaar.
Snelheid is dus belangrijk blijkbaar in ons leven vandaag aan de dag. Het valt me soms op, des te ouder ik word hoe meer ik praat als de ouderen toen ik jong was. Waarom toch, denk ik steeds? Ben ik zo oud, dat ik niet meer met veranderingen kan omgaan. Laatst moest ik nog een presentatie geven tijdens een workshop n.a.v. dit boekje: [flash=]http://www.managementboek.nl/boek/97890 ... er_johnson[/flash] Sja, ik werk in de ICT. Waar er veranderingen zijn, dan is het wel in deze branche. Niets doen is stilstand. Het leven is ontstaan door veranderingen. Van de Big Bang tot de Homo sapiens. En het zal niet ophouden, veranderingen zullen er altijd wel zijn. Maar de kunst is om de verandering naar je hand te zetten. Misschien moet er iets gedaan worden met de recessie. Dalende inkomsten, minder geld voor games

Ook is er sprake van een paradox in de damwereld. We worden allemaal grijzer, dus we zijn aan de ene kant huiverig voor veranderingen, maar aan de andere kant moet er wel iets veranderen, omdat wij niet tevreden zijn met de dalende aantal leden. We willen namelijk dat de damsport door veel mensen worden beoefend. We willen namelijk tegenstanders zien en niet steeds tegen dezelfde koppen blijven spelen.
Deze reactie is geen tegenreactie op het stuk van Holger, maar puur bedoeld hoe ik tegen deze complexe materie aankijk.
- robaartsen
- Berichten: 121
- Lid geworden op: 21 januari 2006; 11:17
- Locatie: Montfort
- Contacteer:
Re: Schaap over de dam
Lees met name de reactie van Gerhard Gerritsen (gerritsen6871), voorzitter van de Gelderse damprovincie (met de meeste leden) en voorzitter van WSDV, op deze pagina ..... http://laatste.info/bb3/viewtopic.php?f ... &start=210
Het is wel veel leesstof

Het is wel veel leesstof





Re: Schaap over de dam
Wel, wel, Heer Aartsen!
Veel tekst lezen… bah!
Bespaar ons de moeite en geef aan wat deze Heer Gerritsen te melden heeft dat jou zo bijzonder aanspreekt. De Limburgse dammer is benieuwd!
De beschrijving van het moderne grut, je beschrijving van des koters digitale queeste spreekt mogelijk het meeste tot de verbeelding. Weet, waarde ict’er: hier in de gure catacomben is inloggen al een hels karwei op zich. Maar goed, alle gekheid op een stokje.
Mijn openingstekst alhier beoogt de louter provinciaal spelende dammer te prikkelen. Want boven de Peel heerst de mening dat het spelen in onze kleine ‘buitenpost’ er niet meer toe doet.
Dat de tijden veranderd zijn, dat is een constatering. Mijn wandeling door het verleden pleziert me, het is allerminst hang naar nostalgie. Ik stel vast dat de tijden van mijn eerste schijven gewoon voorbij zijn. Normaal gesproken ontdekt een mens dan dat hij oud geworden is. Maar aangezien de karavaan dammers braaf voorttrekt zonder dat er sprake is van aanwas, merkt deze mens gehuld in dammersnevelen dat niet. Behalve dat er aan kop van de karavaan zo nu en dan eentje afvalt omdat hij inmiddels aan gene zijde van de woestijn is aanbeland. Een oase van rust...?
Heer Aartsen reageert snel en fel. Dit heeft te maken met zijn betrokkenheid. De nationale bond wordt in mijn tekst – ik geef het toe – ietwat scherp neergezet. Overdrijven is het instrument in handen van de schrijver. Duid het me niet euvel, BoBoRob!
Overeind blijft het volgende: Limburgse dammer van louter binnen de provinciegrens. Wat speelt er allemaal? Wat betekent de KNDB nog voor U? Alleen maar eens per kwartaal een poststukje? Is 35 euro niet een beetje veel voor een viertal tijdschriftjes? Boekjes bovendien met een op communistische leest geschoeid propagandagehalte. Boekjes die ook nog gratis te downloaden zijn!
Nu ik toch rood ter sprake breng, wens ik het manifest van Marx te parafraseren:
Er waart een dwaling door de damwereld. De dwaling van topmegalomanie… De KNDB zal sidderen voor de provinciale revolutie. Limburgse dammers van het gezellige leven, zegt uw landelijke lidmaatschap op. Gij hebt hierbij niets te verliezen dan een (later gratis te downloaden) document. Gij hebt het echte damspel te winnen.
Provincialen aller verenigingen, verenigt u!
Veel tekst lezen… bah!
Bespaar ons de moeite en geef aan wat deze Heer Gerritsen te melden heeft dat jou zo bijzonder aanspreekt. De Limburgse dammer is benieuwd!
De beschrijving van het moderne grut, je beschrijving van des koters digitale queeste spreekt mogelijk het meeste tot de verbeelding. Weet, waarde ict’er: hier in de gure catacomben is inloggen al een hels karwei op zich. Maar goed, alle gekheid op een stokje.
Mijn openingstekst alhier beoogt de louter provinciaal spelende dammer te prikkelen. Want boven de Peel heerst de mening dat het spelen in onze kleine ‘buitenpost’ er niet meer toe doet.
Dat de tijden veranderd zijn, dat is een constatering. Mijn wandeling door het verleden pleziert me, het is allerminst hang naar nostalgie. Ik stel vast dat de tijden van mijn eerste schijven gewoon voorbij zijn. Normaal gesproken ontdekt een mens dan dat hij oud geworden is. Maar aangezien de karavaan dammers braaf voorttrekt zonder dat er sprake is van aanwas, merkt deze mens gehuld in dammersnevelen dat niet. Behalve dat er aan kop van de karavaan zo nu en dan eentje afvalt omdat hij inmiddels aan gene zijde van de woestijn is aanbeland. Een oase van rust...?
Heer Aartsen reageert snel en fel. Dit heeft te maken met zijn betrokkenheid. De nationale bond wordt in mijn tekst – ik geef het toe – ietwat scherp neergezet. Overdrijven is het instrument in handen van de schrijver. Duid het me niet euvel, BoBoRob!
Overeind blijft het volgende: Limburgse dammer van louter binnen de provinciegrens. Wat speelt er allemaal? Wat betekent de KNDB nog voor U? Alleen maar eens per kwartaal een poststukje? Is 35 euro niet een beetje veel voor een viertal tijdschriftjes? Boekjes bovendien met een op communistische leest geschoeid propagandagehalte. Boekjes die ook nog gratis te downloaden zijn!
Nu ik toch rood ter sprake breng, wens ik het manifest van Marx te parafraseren:
Er waart een dwaling door de damwereld. De dwaling van topmegalomanie… De KNDB zal sidderen voor de provinciale revolutie. Limburgse dammers van het gezellige leven, zegt uw landelijke lidmaatschap op. Gij hebt hierbij niets te verliezen dan een (later gratis te downloaden) document. Gij hebt het echte damspel te winnen.
Provincialen aller verenigingen, verenigt u!
- robaartsen
- Berichten: 121
- Lid geworden op: 21 januari 2006; 11:17
- Locatie: Montfort
- Contacteer:
Re: Schaap over de dam
Je doet me erg denken aan een artikel die ik vandaag gelezen heb 
http://www.kennislink.nl/publicaties/ee ... altovenaar

http://www.kennislink.nl/publicaties/ee ... altovenaar
Re: Schaap over de dam
De vergeijking met Wilders duid ik je euvel, Rob!
Reageer inhoudelijk, in plaats van al die op anderen leunende vaagheden. Formuleer zelfstandig!
En over taal gesproken: bij de-woorden hoort het betrekkelijk voornaamwoord die, bij het-woorden het betrekkelijk voornaamwoord dat.
Het is dus: het artikel dat ik gelezen heb...
Reageer inhoudelijk, in plaats van al die op anderen leunende vaagheden. Formuleer zelfstandig!
En over taal gesproken: bij de-woorden hoort het betrekkelijk voornaamwoord die, bij het-woorden het betrekkelijk voornaamwoord dat.
Het is dus: het artikel dat ik gelezen heb...
- robaartsen
- Berichten: 121
- Lid geworden op: 21 januari 2006; 11:17
- Locatie: Montfort
- Contacteer:
Re: Schaap over de dam
Het is niet vergeijking, maar vergelijking.
Re: Schaap over de dam
Dank je wel Rob dat je mijn tikfout corrigeert!
Jammer is dat Heer Aartsen niet dieper op de materie ingaat.
Om de lezer terwille te zijn heb ik het plan van Bouma bekeken. Dit plan gaat uit van dammen als breedtesport. Het heeft de bedoeling de sport terug te brengen naar de damspeler zelf. Het staat derhalve haaks op het beleid van de KNDB. Opmerkelijk dat KNDB-bestuurder Aartsen alhier spreekt van 'een schitterend plan'!
Jammer is dat Heer Aartsen niet dieper op de materie ingaat.
Om de lezer terwille te zijn heb ik het plan van Bouma bekeken. Dit plan gaat uit van dammen als breedtesport. Het heeft de bedoeling de sport terug te brengen naar de damspeler zelf. Het staat derhalve haaks op het beleid van de KNDB. Opmerkelijk dat KNDB-bestuurder Aartsen alhier spreekt van 'een schitterend plan'!
- robaartsen
- Berichten: 121
- Lid geworden op: 21 januari 2006; 11:17
- Locatie: Montfort
- Contacteer:
Re: Schaap over de dam
Ach, de een zijn taalfout, de ander zijn getikte fout. Het lijkt soms wel een politiek debat van vandaag de dag op het forum. Nogmaals beste lezer het is niet mijn bedoeling om de gekrulde Holger te vergelijken met de blonde taalkunstenaar. Wat ik wel vind, dat dit stuk op het forum berust op emoties en onderbuikgevoelens zoals in het artikel over de taalkunstenaar is beschreven. Een verzet tegen een Nationale Bond waarin de emotie de boventoon voert. En elke opmerking of mening die ik hier dus verkondig op het forum is blijkbaar dus een uitspraak van BoBoRob. Als de gekrulde Holger zijn webcam had aangedaan dan had hij kunnen zien dat ik niet de pet van de KNDB op had, maar dat hij te maken had met LimBoRob. Alle gekheid op een stokje.
Nogmaals over de betogen en plannen van Gerhard Gerritsen en Piet Bouma het volgende. Het valt mij op dat deze rationeel zijn in tegenstelling tot dit betoog op het forum. Holger, uiteraard wil je me uit de tent lokken en dat elke uitspraak die ik doe, het etiket opgeplakt krijgt van: "Beste lezer, merk op de opmerkelijke uitspraak van een KNDB bestuurder". En dan nog, zou een bestuurder van een bond niet open kunnen staan voor de ander zijn mening of plan en moet hij per definitie zo'n plan niet goed kunnen vinden. Weg met deze bekrompen visie, dat dit niet mogelijk is.
Ik denk dat dammend Limburg niet zit te wachten op een mening van een KNDB bestuurder en ook niet van LimBoRob. Gelukkig maar, want ik wil dit ook niet. Mijn doel van zogenaamde vage verwijzingen zijn slechts bedoeld ter kennisgeving. Wat ik dus wel wil is dat de Limburgse dammers niet te lui zijn om de uitgebreide betogen en plannen van anderen te lezen. Weg met de oneliners of alles samenvatten in twee zinnen. Ik wil dat dammers zelf een eigen mening vormen, maar dat ze dan wel alle in- en outs kennen. Dit kost energie, dat weet ik Mijn mening in deze is niet relevant. En als het iemand een worst zal wezen, dan maar zo. Heb ik ook geen probleem mee.
Toch wil ik de discussie rationeel houden en de lezer van het forum, het artikel uit de Volkskrant laten zien die ik destijds als reactie op de site van Maastricht heb geplaatst. Merk op de opmerking "‘Het vertrouwen in elkaar, in de politiek en in instituties is laag". Met deze kennis is het handig om in te spelen op emoties en onderbuikgevoelens en dan de lezer mee te sleuren naar bepaalde beslissingen die genomen moeten worden. Bijvoorbeeld, "Wij zeggen ons lidmaatschap op van de KNDB, het kost te veel geld".
Fred van Amersfoort maakte op het FMJD Forum ook een zinvolle opmerking:
Het Deltaplan van Bouma lijkt nu al verdronken. Iets meer reaktie was wel nuttig geweest. Het is namelijk een serJieus en belangrijk onderwerp.
Ik vroeg mij dit weekend eens af hoeveel nieuwe leden er zouden komen als de contributie een jaar gratis zou zijn. Ik verwacht zelfs dan geen enorme groei, ik vrees dat het probleem dieper zit dan de hoogte van contributie.
Ik denk dat het probleem ook dieper ligt. Vaag maar waar
-------------------
Volkskrant 12-10-2010, pagina 8
Limburger mijdt de buren
Van onze verslaggeefster
EILEEN ROS
AMSTERDAM
AMSTERDAM In de provincie Limburg vindt minder dan gemiddeld contact plaats tussen buren. Limburgers hebben weinig vertrouwen in de medemens en politiek. Er zijn in de provincie relatief weinig vrijwilligers.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgevoerd over de jaren 1997-2009. Een sterke leegloop van kerken, sluiting van kleine winkels in dorpen en een relatief laag opleidingsniveau heeft de sociale samenhang uitgehold.
Opvallend, vindt onderzoeker en bijzonder hoogleraar sociale statistiek aan de Universiteit van Maastricht Hans Schmeets. ‘Limburg staat bekend om zijn gezellige carnavalsvierders. Maar het beeld van een bloeiend verenigingsleven is blijkbaar achterhaald.’ De professor beklemtoont de terugloop van vrijwilligers. ‘Die is vooral in Zuid-Limburg aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde. In de top 25 van gemeenten met het laagste aandeel vrijwilligers staan zes Limburgse.’
Volgens Schmeets speelt een grote sociaal-economische achterstand in combinatie met vergrijzing een grote rol bij de afnemende sociale samenhang. ‘Limburg kent relatief veel uitkeringsgerechtigden en lager opgeleiden. Deze groep heeft minder contacten in de samenleving en zo minder kans om bijvoorbeeld vrijwilliger te worden. Daarnaast zijn vrijwilligers met name jongere mensen die zich inzetten op scholen en sportverenigingen. Met de relatief sterke vergrijzing in Limburg lopen ook deze aantallen terug.’
Volgens CBS-onderzoeker en hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam Jan Latten moet er meer aandacht komen voor achterstandsgebieden buiten de grote steden. ‘Het vertrouwen in elkaar, in de politiek en in instituties is laag. Met daarbij het gebrek aan toegang tot moderne communicatievormen, ontstaat nieuwe problematiek. Men is de binding en het vertrouwen in een snel veranderende wereld kwijt.’
Afbrokkelende samenhang heeft ook te maken met de krimpende kerk. Schmeets. ‘Grote aantallen katholieken lopen weg uit kerken. Daardoor verdwijnt een belangrijke bindende factor. Gesprekken na de kerkdienst in cafés, tussen hoger en lager opgeleiden, rijk en arm, vinden structureel minder plaats.’
Beide onderzoekers zien heil in het aantrekken van hoger opgeleiden en jongeren. Deze groep heeft gemiddeld meer vertrouwen in de toekomst, de politiek en in elkaar. Ook zijn zij actiever in het verenigingsleven en als vrijwilliger. Allemaal goed voor sociale samenhang.
Nogmaals over de betogen en plannen van Gerhard Gerritsen en Piet Bouma het volgende. Het valt mij op dat deze rationeel zijn in tegenstelling tot dit betoog op het forum. Holger, uiteraard wil je me uit de tent lokken en dat elke uitspraak die ik doe, het etiket opgeplakt krijgt van: "Beste lezer, merk op de opmerkelijke uitspraak van een KNDB bestuurder". En dan nog, zou een bestuurder van een bond niet open kunnen staan voor de ander zijn mening of plan en moet hij per definitie zo'n plan niet goed kunnen vinden. Weg met deze bekrompen visie, dat dit niet mogelijk is.
Ik denk dat dammend Limburg niet zit te wachten op een mening van een KNDB bestuurder en ook niet van LimBoRob. Gelukkig maar, want ik wil dit ook niet. Mijn doel van zogenaamde vage verwijzingen zijn slechts bedoeld ter kennisgeving. Wat ik dus wel wil is dat de Limburgse dammers niet te lui zijn om de uitgebreide betogen en plannen van anderen te lezen. Weg met de oneliners of alles samenvatten in twee zinnen. Ik wil dat dammers zelf een eigen mening vormen, maar dat ze dan wel alle in- en outs kennen. Dit kost energie, dat weet ik Mijn mening in deze is niet relevant. En als het iemand een worst zal wezen, dan maar zo. Heb ik ook geen probleem mee.
Toch wil ik de discussie rationeel houden en de lezer van het forum, het artikel uit de Volkskrant laten zien die ik destijds als reactie op de site van Maastricht heb geplaatst. Merk op de opmerking "‘Het vertrouwen in elkaar, in de politiek en in instituties is laag". Met deze kennis is het handig om in te spelen op emoties en onderbuikgevoelens en dan de lezer mee te sleuren naar bepaalde beslissingen die genomen moeten worden. Bijvoorbeeld, "Wij zeggen ons lidmaatschap op van de KNDB, het kost te veel geld".
Fred van Amersfoort maakte op het FMJD Forum ook een zinvolle opmerking:
Het Deltaplan van Bouma lijkt nu al verdronken. Iets meer reaktie was wel nuttig geweest. Het is namelijk een serJieus en belangrijk onderwerp.
Ik vroeg mij dit weekend eens af hoeveel nieuwe leden er zouden komen als de contributie een jaar gratis zou zijn. Ik verwacht zelfs dan geen enorme groei, ik vrees dat het probleem dieper zit dan de hoogte van contributie.
Ik denk dat het probleem ook dieper ligt. Vaag maar waar
-------------------
Volkskrant 12-10-2010, pagina 8
Limburger mijdt de buren
Van onze verslaggeefster
EILEEN ROS
AMSTERDAM
AMSTERDAM In de provincie Limburg vindt minder dan gemiddeld contact plaats tussen buren. Limburgers hebben weinig vertrouwen in de medemens en politiek. Er zijn in de provincie relatief weinig vrijwilligers.
Dat blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, uitgevoerd over de jaren 1997-2009. Een sterke leegloop van kerken, sluiting van kleine winkels in dorpen en een relatief laag opleidingsniveau heeft de sociale samenhang uitgehold.
Opvallend, vindt onderzoeker en bijzonder hoogleraar sociale statistiek aan de Universiteit van Maastricht Hans Schmeets. ‘Limburg staat bekend om zijn gezellige carnavalsvierders. Maar het beeld van een bloeiend verenigingsleven is blijkbaar achterhaald.’ De professor beklemtoont de terugloop van vrijwilligers. ‘Die is vooral in Zuid-Limburg aanzienlijk lager dan het landelijk gemiddelde. In de top 25 van gemeenten met het laagste aandeel vrijwilligers staan zes Limburgse.’
Volgens Schmeets speelt een grote sociaal-economische achterstand in combinatie met vergrijzing een grote rol bij de afnemende sociale samenhang. ‘Limburg kent relatief veel uitkeringsgerechtigden en lager opgeleiden. Deze groep heeft minder contacten in de samenleving en zo minder kans om bijvoorbeeld vrijwilliger te worden. Daarnaast zijn vrijwilligers met name jongere mensen die zich inzetten op scholen en sportverenigingen. Met de relatief sterke vergrijzing in Limburg lopen ook deze aantallen terug.’
Volgens CBS-onderzoeker en hoogleraar demografie aan de Universiteit van Amsterdam Jan Latten moet er meer aandacht komen voor achterstandsgebieden buiten de grote steden. ‘Het vertrouwen in elkaar, in de politiek en in instituties is laag. Met daarbij het gebrek aan toegang tot moderne communicatievormen, ontstaat nieuwe problematiek. Men is de binding en het vertrouwen in een snel veranderende wereld kwijt.’
Afbrokkelende samenhang heeft ook te maken met de krimpende kerk. Schmeets. ‘Grote aantallen katholieken lopen weg uit kerken. Daardoor verdwijnt een belangrijke bindende factor. Gesprekken na de kerkdienst in cafés, tussen hoger en lager opgeleiden, rijk en arm, vinden structureel minder plaats.’
Beide onderzoekers zien heil in het aantrekken van hoger opgeleiden en jongeren. Deze groep heeft gemiddeld meer vertrouwen in de toekomst, de politiek en in elkaar. Ook zijn zij actiever in het verenigingsleven en als vrijwilliger. Allemaal goed voor sociale samenhang.
Re: Schaap over de dam
Dat emoratiobetoog van Heer Aartsen vraagt om een reactie.
Ik constateer in mijn eerste verhaal dat de kndb vrijwel alle banden doorsnijdt, behalve de financiële... Een nuchtere constatering in een badinerend jasje.
Heer Aartsen reageert omdat hij zich aangevallen voelt. Een impulsieve reactie slaat neer op het net. Is het een kronkel die vanuit de rationele grijze massa vanonder de sluike pruik opborrelt? Opgepookt door heftige emoties vanuit de onderbuik?
Voorts... als de forumlezer niet zit te wachten op de mening van Limbo- dan wel BoBoRob, waarom reageert hij dan?
En dan de werkelijke mening van Heer Aartsen. Waar blijft die?
Vragen te over, waarde lezer. Ik kan ze beantwoorden, maar laat dit liever over aan de Heer Aartsen zelf. Willekeurig welke pet hij draagt.
Indien hij waagt te reageren, petje af!
Ik constateer in mijn eerste verhaal dat de kndb vrijwel alle banden doorsnijdt, behalve de financiële... Een nuchtere constatering in een badinerend jasje.
Heer Aartsen reageert omdat hij zich aangevallen voelt. Een impulsieve reactie slaat neer op het net. Is het een kronkel die vanuit de rationele grijze massa vanonder de sluike pruik opborrelt? Opgepookt door heftige emoties vanuit de onderbuik?
Voorts... als de forumlezer niet zit te wachten op de mening van Limbo- dan wel BoBoRob, waarom reageert hij dan?
En dan de werkelijke mening van Heer Aartsen. Waar blijft die?
Vragen te over, waarde lezer. Ik kan ze beantwoorden, maar laat dit liever over aan de Heer Aartsen zelf. Willekeurig welke pet hij draagt.
Indien hij waagt te reageren, petje af!