Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Tijdens de komende extra ledenvergadering op18 november a.s. zal de opzet van de provinciale damkalender een van de discussiepunten zijn. Let wel: een discussiepunt, er worden tijdens die ledenvergadering geen besluiten genomen om de damkalender evt. anders in te richten.
Wat voorafging
Enkele jaren gelden is door de ledenvergadering een voorstel aangenomen om de PLDB-clubcompetitie over het hele damseizoen uit te spreiden. Dat komt er dus op neer dat de eerste van de zeven ronden van de clubcompetitie begin september plaatsvindt, en de laatste ronde pas half april, ruim maanden later. Een van de argumenten om de provinciale bondscompetitie over het hele seizoen uit te spreiden was dat de dammers die uitsluitend in wedstrijdverband in de provinciale clubcompetitie uitkomen en die dus niet deelnemen aan de landelijke clubcompetitie en die ook niet deelnemen aan de persoonlijke wedstrijden, medio januari hun damseizoen in feite al hebben afgesloten. Immers hun rest mogelijk nog een bekerronde en dan is het wel zo’n beetje over en uit.
Ervaringen vanuit de praktijk
Nu we enkele jaren geëxperimenteerd hebben met die nieuwe opzet komen diverse reacties – overigens geheel in lijn met de eerder voorspelde verwachtingen – dat het op dit moment een ratjetoe is. Veel dammers klagen dat het voor hen onduidelijk is voor welke wedstrijdenreeks zij nu een wedstrijd gaan spelen: voor de PLDB-competitie, de PLDB-cup, de KNDB-competitie, voor om het even welk persoonlijk toernooi enz. Als je het mij vraagt (doe het eens..) is dit een beetje te vergelijken met de vele voetbalwedstrijden die we bijna dagelijks over ons tv-scherm zien rollen: eredivisie, bekertoernooi, een of andere leaque, kwalificatietoernooi voor een EK of WK, het is ook hier voor de niet-ingewijde nauwelijks te volgen.
Blik vooruit
De discussie die we nu binnen de PLDB willen aangaan draait om de vraag of we mogelijk toch weer terug moeten naar de formule waar we enkele jaren geleden zonodig van af moesten. De nieuwe formule komt grofweg op het volgende neer: laten we eerst de PLDB-clubcompetitie afwerken, dan het toernooi om de PLDB-cup, vervolgens de sneldamkampioenschappen (algeheel kampioenschap en jeugd apart), daarna de wedstrijden om het persoonlijk kampioenschap van Limburg. Bij deze ‘terug naar af’ gelden uiteraard weer dezelfde minpunten als waarmee deze topic begon: de mensen die alleen aan de PLDB-competitie willen deelnemen spelen in hooguit vier maanden al hun wedstrijdpartijen.
Even los van de perikelen binnen onze eigen organisatie: voor het vastleggen van onze wedstrijddatums (in de praktijk nog steeds allemaal zaterdagen, ondanks een toezegging tijdens de jaarvergadering van 2010 dat onderling afwijkende speeldagen mogen worden overeengekomen) is de PLDB met handen en voeten gebonden aan de speeldatums die de landelijke organisatie, de KNDB dus, voor ons reeds in bezit heeft genomen. Omdat de KNDB-clubcompetitie in principe om de veertien dagen een – zaterdagse - wedstrijddag kent en wij als provincie de tussenliggende (zater)dagen kunnen opvullen, betekent dit in de praktijk dat degenen die (ook) uitkomen in de landelijke clubcompetitie gedurende een week of twintig beurtelings een ronde spelen voor de PLDB- dan wel voor de KNDB-competitie. Dat is hun eigen keuze, net zo goed als het mijn keuze is om niet landelijk te gaan spelen.
Kortom: genoeg stof voor een pittige discussie. Diverse voors en tegens liggen gewoon voor het oprapen, zijn heerlijke inkoppertjes. Hamvraag moet echter zijn: wat is voor ons, Limburgse dammers, de meest ideale manier om het damseizoen in te delen zodat alle partijen gedurende het gehele damseizoen zoveel mogelijk plezier aan het (wedstrijd)dammen beleven. Dat betekent niet dat we met handen en voeten gebonden zijn aan de reeks wedstrijden die hierboven genoemd zijn.
Laat jullie reacties maar eens horen. Niet alleen de sterke en de zwakke punten van de oude en de huidige systematiek, maar liefst concrete aanzetten hoe de damkalender dan zou moeten worden georganiseerd. Nogmaals: het is een oriënterende, vrijblijvende discussie en vooralsnog geen punt om tot een besluit te komen.
Wat voorafging
Enkele jaren gelden is door de ledenvergadering een voorstel aangenomen om de PLDB-clubcompetitie over het hele damseizoen uit te spreiden. Dat komt er dus op neer dat de eerste van de zeven ronden van de clubcompetitie begin september plaatsvindt, en de laatste ronde pas half april, ruim maanden later. Een van de argumenten om de provinciale bondscompetitie over het hele seizoen uit te spreiden was dat de dammers die uitsluitend in wedstrijdverband in de provinciale clubcompetitie uitkomen en die dus niet deelnemen aan de landelijke clubcompetitie en die ook niet deelnemen aan de persoonlijke wedstrijden, medio januari hun damseizoen in feite al hebben afgesloten. Immers hun rest mogelijk nog een bekerronde en dan is het wel zo’n beetje over en uit.
Ervaringen vanuit de praktijk
Nu we enkele jaren geëxperimenteerd hebben met die nieuwe opzet komen diverse reacties – overigens geheel in lijn met de eerder voorspelde verwachtingen – dat het op dit moment een ratjetoe is. Veel dammers klagen dat het voor hen onduidelijk is voor welke wedstrijdenreeks zij nu een wedstrijd gaan spelen: voor de PLDB-competitie, de PLDB-cup, de KNDB-competitie, voor om het even welk persoonlijk toernooi enz. Als je het mij vraagt (doe het eens..) is dit een beetje te vergelijken met de vele voetbalwedstrijden die we bijna dagelijks over ons tv-scherm zien rollen: eredivisie, bekertoernooi, een of andere leaque, kwalificatietoernooi voor een EK of WK, het is ook hier voor de niet-ingewijde nauwelijks te volgen.
Blik vooruit
De discussie die we nu binnen de PLDB willen aangaan draait om de vraag of we mogelijk toch weer terug moeten naar de formule waar we enkele jaren geleden zonodig van af moesten. De nieuwe formule komt grofweg op het volgende neer: laten we eerst de PLDB-clubcompetitie afwerken, dan het toernooi om de PLDB-cup, vervolgens de sneldamkampioenschappen (algeheel kampioenschap en jeugd apart), daarna de wedstrijden om het persoonlijk kampioenschap van Limburg. Bij deze ‘terug naar af’ gelden uiteraard weer dezelfde minpunten als waarmee deze topic begon: de mensen die alleen aan de PLDB-competitie willen deelnemen spelen in hooguit vier maanden al hun wedstrijdpartijen.
Even los van de perikelen binnen onze eigen organisatie: voor het vastleggen van onze wedstrijddatums (in de praktijk nog steeds allemaal zaterdagen, ondanks een toezegging tijdens de jaarvergadering van 2010 dat onderling afwijkende speeldagen mogen worden overeengekomen) is de PLDB met handen en voeten gebonden aan de speeldatums die de landelijke organisatie, de KNDB dus, voor ons reeds in bezit heeft genomen. Omdat de KNDB-clubcompetitie in principe om de veertien dagen een – zaterdagse - wedstrijddag kent en wij als provincie de tussenliggende (zater)dagen kunnen opvullen, betekent dit in de praktijk dat degenen die (ook) uitkomen in de landelijke clubcompetitie gedurende een week of twintig beurtelings een ronde spelen voor de PLDB- dan wel voor de KNDB-competitie. Dat is hun eigen keuze, net zo goed als het mijn keuze is om niet landelijk te gaan spelen.
Kortom: genoeg stof voor een pittige discussie. Diverse voors en tegens liggen gewoon voor het oprapen, zijn heerlijke inkoppertjes. Hamvraag moet echter zijn: wat is voor ons, Limburgse dammers, de meest ideale manier om het damseizoen in te delen zodat alle partijen gedurende het gehele damseizoen zoveel mogelijk plezier aan het (wedstrijd)dammen beleven. Dat betekent niet dat we met handen en voeten gebonden zijn aan de reeks wedstrijden die hierboven genoemd zijn.
Laat jullie reacties maar eens horen. Niet alleen de sterke en de zwakke punten van de oude en de huidige systematiek, maar liefst concrete aanzetten hoe de damkalender dan zou moeten worden georganiseerd. Nogmaals: het is een oriënterende, vrijblijvende discussie en vooralsnog geen punt om tot een besluit te komen.
-
- Berichten: 86
- Lid geworden op: 11 april 2006; 18:11
Re: Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Eigenlijk zou deze vraag, m.b.t. de limburgse clubcompetitie, alleen maar beantwoord moeten worden door de mensen die alleen provinciaal spelen. De rest speelt toch 20 zaterdagen op rij. Persoonlijk ben ik voor spreiding van de 3 limburgse competities zodat als je een onderdeel aan je voorbij laat gaan dan heb je gespreid een aantal vrije zaterdagen.
Re: Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Ik vraag mij af waar iedereen zich druk om maakt.
Met uitzondering van de persoonlijke wedstrijden kan de hele kalender worden leeggemaakt. Vrije dagen om te dammen te over.
De clubcompetitie heeft 0,0 meerwaarde. Ook vandaag weer twee teams met 7 man en 1 team met 6 man...
Speelronde 1: 6x niet opgekomen
Speelronde 2: 5x niet opgekomen
Speelronde 3: 5x niet opgekomen
Dit betekent dat over slechts drie speelrondes 16 spelers (2 teams!) geen tegenstander hebben gehad. Waardeloos, en het is bij de verenigingen duidelijk merkbaar dat men niet te porren is een hele zaterdag vrij te maken om vervolgens na een uur huiswaarts te kunnen. Als we ook nog eens de voorspeelwedstrijden schrappen uit alle gespeelde wedstrijden, blijver er bitter weinig wedstrijden over voor de zaterdag.
Ook de bekercompetitie is achterhaald. Slechts weinigen vinden dit nog waardevol.
Nieuwe opvulling kan door damdagen, toernooien etc.
De Limburgse damwereld gaat kapot, en dat komt door enkele stugge personen die met alle macht tegenhouden dat er met bijvoorbeeld kleinere teams of op doordeweekse avonden wordt gespeeld.
Met uitzondering van de persoonlijke wedstrijden kan de hele kalender worden leeggemaakt. Vrije dagen om te dammen te over.
De clubcompetitie heeft 0,0 meerwaarde. Ook vandaag weer twee teams met 7 man en 1 team met 6 man...
Speelronde 1: 6x niet opgekomen
Speelronde 2: 5x niet opgekomen
Speelronde 3: 5x niet opgekomen
Dit betekent dat over slechts drie speelrondes 16 spelers (2 teams!) geen tegenstander hebben gehad. Waardeloos, en het is bij de verenigingen duidelijk merkbaar dat men niet te porren is een hele zaterdag vrij te maken om vervolgens na een uur huiswaarts te kunnen. Als we ook nog eens de voorspeelwedstrijden schrappen uit alle gespeelde wedstrijden, blijver er bitter weinig wedstrijden over voor de zaterdag.
Ook de bekercompetitie is achterhaald. Slechts weinigen vinden dit nog waardevol.
Nieuwe opvulling kan door damdagen, toernooien etc.
De Limburgse damwereld gaat kapot, en dat komt door enkele stugge personen die met alle macht tegenhouden dat er met bijvoorbeeld kleinere teams of op doordeweekse avonden wordt gespeeld.
Re: Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
De belangrijkste doelstelling van deze topic is het prikkelen van de Limburgse dammers in de hoop daardoor een aantal positieve suggesties los te weken hoe de damkalender voor een zo groot mogelijke doelgroep interessant gemaakt wordt c.q. kan worden.
De huidige opzet is niet voor niets zo gekozen: het was immers de wens van de leden(vergadering) om tot deze opzet over te gaan. En zolang de meerderheid van de Limburgse dammers tevreden is met de nu voorliggende damkalender, is er geen reden om die overhoop te gaan halen. Je mag erover discussiëren, maar dat hoeft niet per definitie te leiden tot wijzigingen, je kunt zelfs tot de conclusie komen dat de huidige formule een meerderheid van de dammers uitstekend bevalt.
Dit als uitgangspunten.
De opmerkingen, genoemd in de eerste topic van deze reeks, is ingegeven door kommentaren en opmerkingen zoals daar zijn weergegeven. Het iedereen naar de zin te maken is ook in de relatief kleine damwereld een utopie.
Een eerste reactie op de gedachtespinsels van Tijn.
Dat de clubcompetitie, en meteen dan ook maar gelijk het bekertoernooi onder die noemer scharend, waardeloos zou zijn, bestrijd ik. We spelen formeel nog altijd met achttallen een hele mooie competitie en zolang de verenigingen blijven aangeven deze formule te willen handhaven, blijven we spelen met achttallen. Dat de spanning in die provinciale competitie de laatste jaren door diverse oorzaken is teruggelopen (met beslist een verwijtende vinger naar de mogelijkheid tot vrije inschrijvingen voor de KNDB-competitie waardoor het behalen van de Limburgse titel geen must meer is om landelijk te kunnen gaan spelen) is deels juist. Maar is een competitie zonder promotierechten daardoor per definitie oninteressant? Beslist niet. Ik denk dat er andere factoren zijn die de competitie negatief beïnvloeden: vaak kom je jarenlang dezelfde gezichten tegen als je tegen een bepaalde vereniging speelt, er is te weinig vernieuwing in het spelersarsenaal. Het niet-voltallig aantreden van teams werkt averechts op de wel aanwezige dammers. Daar heeft Tijn beslist ook een punt. Hij stelt dat er in drie competitieronden bij 16 partijen een stoel leeg bleef (in werkelijkheid is het zelfs nog een beetje erger: bij 15 partijen bleef een stoel leeg, vandaag ontbraken bij een geprogrammeerde partij zelfs beide spelers, waardoor het totale aantal zelfs op 17 lege stoelen is gekomen). Slechts twee van de acht teams slaagden er in om drie maal met acht spelers aan te treden. Maar deze argumenten, hoe waar dan ook, zeggen m.i. helemaal niets over de opzet van de damkalender. Daar zit niet de pijn, athans niet deze pijn.
Tijn stelt in zijn slotalinea dat het spelen met kleine teams door enkele personen zou worden geblokkeerd, evenals het spelen op doordeweekse dagen. Hoewel ook vallend buiten het bestek van de opzet van de damkalender: niet enkele personen, maar de 160 leden van de groep dammers die samen de PLDB vormen, bepalen hoe en met welke teamgrootte er wordt gespeeld. De ledenvergadering is het medium bij uitstek waar besluiten hierover genomen kunnen worden. Het spelen van competitiewedstrijden op andere dagen dan zaterdagen, is tijdens de ledenvergadering van 2010 (dus heel recent) als niet meer verplichtend vastgelegd. Het staat de clubs vrij om uit te wijken naar doordeweekse dagen om hun wedstrijden te spelen. In de eerste drie competitieronden van dit seizoen is van deze optie nog geen gebruik gemaakt.
Tijn noemt in zijn reactie als positief punt: Nieuwe opvulling kan door damdagen, toernooien etc.. Ik kan hier uit eigen ervaring met enige weemoed enkele voorbeelden uit het recente verleden geven: verdwenen zijn o.a. het jaarlijkse DIOS-sneldamtoernooi, de lange reeks VOS-toernooien, het Klankstaddamtoernooi en de gekende Belgische damdagen (het Paastoernooi van Genk is superbekend in deze). Geweldige eendagstoernooien met veel deelnemers, toernooien met stuk voor stuk een superuitstraling. Als de Limburgse dammer naar dit soort evenementen terugverlangt, dan is de oproep duidelijk: mensen, vat de strijdbijl op en zet deze en soortgelijke toernooien opnieuw op de kalender. Wat weerhoudt ons?
Wie doet de volgende positieve zet in deze richting?
De huidige opzet is niet voor niets zo gekozen: het was immers de wens van de leden(vergadering) om tot deze opzet over te gaan. En zolang de meerderheid van de Limburgse dammers tevreden is met de nu voorliggende damkalender, is er geen reden om die overhoop te gaan halen. Je mag erover discussiëren, maar dat hoeft niet per definitie te leiden tot wijzigingen, je kunt zelfs tot de conclusie komen dat de huidige formule een meerderheid van de dammers uitstekend bevalt.
Dit als uitgangspunten.
De opmerkingen, genoemd in de eerste topic van deze reeks, is ingegeven door kommentaren en opmerkingen zoals daar zijn weergegeven. Het iedereen naar de zin te maken is ook in de relatief kleine damwereld een utopie.
Een eerste reactie op de gedachtespinsels van Tijn.
Dat de clubcompetitie, en meteen dan ook maar gelijk het bekertoernooi onder die noemer scharend, waardeloos zou zijn, bestrijd ik. We spelen formeel nog altijd met achttallen een hele mooie competitie en zolang de verenigingen blijven aangeven deze formule te willen handhaven, blijven we spelen met achttallen. Dat de spanning in die provinciale competitie de laatste jaren door diverse oorzaken is teruggelopen (met beslist een verwijtende vinger naar de mogelijkheid tot vrije inschrijvingen voor de KNDB-competitie waardoor het behalen van de Limburgse titel geen must meer is om landelijk te kunnen gaan spelen) is deels juist. Maar is een competitie zonder promotierechten daardoor per definitie oninteressant? Beslist niet. Ik denk dat er andere factoren zijn die de competitie negatief beïnvloeden: vaak kom je jarenlang dezelfde gezichten tegen als je tegen een bepaalde vereniging speelt, er is te weinig vernieuwing in het spelersarsenaal. Het niet-voltallig aantreden van teams werkt averechts op de wel aanwezige dammers. Daar heeft Tijn beslist ook een punt. Hij stelt dat er in drie competitieronden bij 16 partijen een stoel leeg bleef (in werkelijkheid is het zelfs nog een beetje erger: bij 15 partijen bleef een stoel leeg, vandaag ontbraken bij een geprogrammeerde partij zelfs beide spelers, waardoor het totale aantal zelfs op 17 lege stoelen is gekomen). Slechts twee van de acht teams slaagden er in om drie maal met acht spelers aan te treden. Maar deze argumenten, hoe waar dan ook, zeggen m.i. helemaal niets over de opzet van de damkalender. Daar zit niet de pijn, athans niet deze pijn.
Tijn stelt in zijn slotalinea dat het spelen met kleine teams door enkele personen zou worden geblokkeerd, evenals het spelen op doordeweekse dagen. Hoewel ook vallend buiten het bestek van de opzet van de damkalender: niet enkele personen, maar de 160 leden van de groep dammers die samen de PLDB vormen, bepalen hoe en met welke teamgrootte er wordt gespeeld. De ledenvergadering is het medium bij uitstek waar besluiten hierover genomen kunnen worden. Het spelen van competitiewedstrijden op andere dagen dan zaterdagen, is tijdens de ledenvergadering van 2010 (dus heel recent) als niet meer verplichtend vastgelegd. Het staat de clubs vrij om uit te wijken naar doordeweekse dagen om hun wedstrijden te spelen. In de eerste drie competitieronden van dit seizoen is van deze optie nog geen gebruik gemaakt.
Tijn noemt in zijn reactie als positief punt: Nieuwe opvulling kan door damdagen, toernooien etc.. Ik kan hier uit eigen ervaring met enige weemoed enkele voorbeelden uit het recente verleden geven: verdwenen zijn o.a. het jaarlijkse DIOS-sneldamtoernooi, de lange reeks VOS-toernooien, het Klankstaddamtoernooi en de gekende Belgische damdagen (het Paastoernooi van Genk is superbekend in deze). Geweldige eendagstoernooien met veel deelnemers, toernooien met stuk voor stuk een superuitstraling. Als de Limburgse dammer naar dit soort evenementen terugverlangt, dan is de oproep duidelijk: mensen, vat de strijdbijl op en zet deze en soortgelijke toernooien opnieuw op de kalender. Wat weerhoudt ons?
Wie doet de volgende positieve zet in deze richting?
Re: Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Voor mij is vooral van belang dat ik i.v.m. mijn agenda vroegtijdig weet welke dagen (of avonden) ik moet reserveren om te dammen en dat ik dan ook daadwerkelijk kan dammen op die gereserveerde tijdstippen. Daarom wat mij betreft - net zoals vroeger - graag tijdens de jaarvergadering de damkalender voor het volgende seizoen vaststellen en deze vervolgens ook heilig verklaren. En er zou - net als bij de KNDB - moeten worden opgetreden tegen het incompleet achter de borden verschijnen d.m.v. een stevige boete en - hoe vervelend dat ook moge zijn - bij recidive het uit de competitie nemen van teams. Zoals het nu vaak gaat met speeldata en lege borden is eigenlijk van de zotte en het is dan ook niet verwonderlijk dat de belangstelling tanende is.
Luctor et Emergo
Re: Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Ik ben het helemaal eens met Bert.
Dan iets anders... (eigenlijk in het verkeerde topic maargoed)
6- of (mijn voorkeur) 5-tallen is de enige oplossing in Limburg.
Overigens bedacht ik mij nog dat eigenlijk vooral de kleine clubs weinig recht van spreken hebben. Men mag blij zijn dat men überhaupt wedstrijden kan spelen voor een provinciale competitie. Waarom gezeur over de grotte van teams? Als men zo standvastig is niets te willen wijzigen m.b.t. teamgrootte dan zijn er straks helemaal geen wedstrijden meer! Is dat dan wat de (kleine 'wij willen vooral niets wijzigen') teams willen?
Ben benieuwd naar vanavond. Ik had eigenlijk aan iedereen toegezegd dat ik nooit meer een enkele vergadering in Limburg zou bezoeken. Ze zijn toch zinloos. Maar wellicht kan ik mezelf nog motiveren vanavond even langs te komen. Alleen uit angst dat er weer niks veranders, en we wellicht volgens jaar niet ons jubileum vieren, maar er een begrafenis van kunnen maken. Mocht het zo zijn, dat het uitdraait op een vergadering waarin weer niets word ondernomen, dan ben ik net zo snel weer thuis.
Dan iets anders... (eigenlijk in het verkeerde topic maargoed)
6- of (mijn voorkeur) 5-tallen is de enige oplossing in Limburg.
Overigens bedacht ik mij nog dat eigenlijk vooral de kleine clubs weinig recht van spreken hebben. Men mag blij zijn dat men überhaupt wedstrijden kan spelen voor een provinciale competitie. Waarom gezeur over de grotte van teams? Als men zo standvastig is niets te willen wijzigen m.b.t. teamgrootte dan zijn er straks helemaal geen wedstrijden meer! Is dat dan wat de (kleine 'wij willen vooral niets wijzigen') teams willen?
Ben benieuwd naar vanavond. Ik had eigenlijk aan iedereen toegezegd dat ik nooit meer een enkele vergadering in Limburg zou bezoeken. Ze zijn toch zinloos. Maar wellicht kan ik mezelf nog motiveren vanavond even langs te komen. Alleen uit angst dat er weer niks veranders, en we wellicht volgens jaar niet ons jubileum vieren, maar er een begrafenis van kunnen maken. Mocht het zo zijn, dat het uitdraait op een vergadering waarin weer niets word ondernomen, dan ben ik net zo snel weer thuis.
Re: Discussiepunt: opzet Limburgse damkalender
Ik ben ook voor 5 of 6-tallen,maar dan wel op doordeweekse avonden met aangepaste speeltempo.
Bedenk dat iedere 14 dagen 50 dammers landelijk spelen op zaterdag.
Van die 50 zijn er veel die ook graag een clubavond spelen.
Dus animo voor nog meer zaterdagen is mager.
Oplossing : limburgse competitie op speeldag van thuisclub.
Wiel Maertzdorf
Bedenk dat iedere 14 dagen 50 dammers landelijk spelen op zaterdag.
Van die 50 zijn er veel die ook graag een clubavond spelen.
Dus animo voor nog meer zaterdagen is mager.
Oplossing : limburgse competitie op speeldag van thuisclub.
Wiel Maertzdorf