Hoe eenvoudiger het lijkt, hoe moeilijker het is

Fragmenten, analyses, e.d.
Plaats reactie
Gebruikersavatar
Holger
Berichten: 112
Lid geworden op: 24 februari 2006; 13:51
Locatie: Kronborg Slot, Helsingør

Hoe eenvoudiger het lijkt, hoe moeilijker het is

Bericht door Holger » 30 november 2011; 23:52

Een goede opbouw is het halve werk
De kunst van het ‘nietsdoen’

Dammen is een abstract spel. Voordeel of nadeel, waar hangt het vanaf? De twintig schijven zijn immers gelijk. Natuurlijk weten we wel dat de kroonschijf sterk is en de randschijf zwak, maar de uitzonderingen op deze vuistregels zijn veelvuldig te vinden. Om het spel structuur te geven kunnen we regels opstellen. Damstellingen poneren, zo de lezer wil. Twee zijn er al genoemd (sterke kroonschijf en zwakke randschijf) en zijn ook gemeengoed. Om de lezer te prikkelen wil ik de volgende stelling opwerpen:

Een schijf op de vijfde rij geeft de tegenstander een aanknopingspunt!

Mooi, zo denkt de lezer, zo lust ik er nog wel een paar! Overdreven natuurlijk, deze stelling, want op zet één moeten de wit- en zwartspeler al de vijfde rij betreden, of ze het leuk vinden of niet. Deze eerste zetten bepalen de eerste tekening. Want in de beginstand zijn de schijvenmassa’s nog evenwichtig en verzorgd; met elk één zet gespeeld is er al iets beslist en kent de strijd een richting. De spelers geven hun bedoeling al een beetje bloot en er kan op zet twee al meteen ‘gereageerd’ worden. Dankzij rij vijf wordt er derhalve al meteen gedamd!

Terug naar de stelling. Een schijf op de vijfde rij is tastbaar aanwezig voor de tegenstander. Hij kan er iets mee doen. Voorbeeld: In het diagram heeft wit met een bekende zet geopend: 1. 32-28

Afbeelding

Zwart kan de schijf op 28 aanvallen (1. … 18-23!), afruilen (1. … 17-22! of 1. … 19-23!), negeren (1. … 20-25!) of eromheen spelen (1. … 18-22!). In ieder geval geeft die schijf op 28 een houvast. Precies zoals de stelling aangeeft.

De stelling heeft een beperkte reikwijdte. Want een schijf op de vijfde rij kan behalve aanknopingspunt, ook een hindernis zijn voor de tegenstrever. De kunst is om te bepalen wanneer het betreden van de vijfde rij sterk is en wanneer zwak. Het kan afhangen van de eigen schijven rondom het bruggenhoofd, maar de opstelling van de vijandelijke schijven bepaalt net zo goed. Twee plaatjes die dit verduidelijken:

Afbeelding

De witte formatie is in beide diagrammen gelijk, de zwarte opstelling maakt het verschil. Een krachtige centrumpiramide of een weerloos blokje. Het maakt zelfs niet uit wie aan zet is in de diagrammen, het voordeel respectievelijk het nadeel voor wit is duidelijk zichtbaar.

Afbeelding

De stelling lijkt geen waarde te hebben, zo wil de lezer concluderen. Bijna goed, zou ik zeggen. De stelling betreft een waarschuwing. Wees je bewust van het mogelijke gevaar als je de vijfde rij betreedt. Je geeft niet alleen je bedoeling bloot, maar de vers geposteerde schijf kan je tegenstander in de kaart spelen. Daarom: als je bijvoorbeeld het centrum bezet, doe het dan goed. Het gaat niet om de inname van een veld, maar om de controle over een veld. Precies zoals de twee piramide-diagrammen laten zien. In het eerste plaatje bezet en controleert wit het centrum, in het tweede plaatje bezet wit wel het centrum, maar zwart heeft de volledige controle.

Tot zover de inleiding. Een louter theoretische bespiegeling. Maar kijk met deze bagage mee naar een voorbeeld uit de praktijk.

C. Engels – T. Schippers

Afgelopen competitie speelde Theo Schippers een partij waarin hij ‘vanzelf’ won. Theo deed namelijk helemaal niets! Wie de partij naspeelt, ziet dat de tegenstander van onze kopman snel een schijvenbrij posteert op de vijfde rij. Niet erg verzorgd, zo neemt de kenner snel waar. Maar hoe profiteer je daar nu van? Onze dammeester betoogde na afloop dat je in zo’n situatie het beste je eigen schijven in de oorspronkelijke slagorde kunt laten staan. Alles handhaven binnen de eerste vier rijen. Rustig opbouwen van achteraf, of zoals Bert Verton het eens treffend omschreef, keurig de rijtjes aanschuiven. Beslissingen blijven achterwege, alle mogelijkheden nog open. De opponent kan niet meer vrijblijvend rijtjes opvullen en moet voortdurend rekening houden met acties tegen zijn voorste schijven. Houterig achter de fronttroepen aanhobbelen. Gaat hem zeeën van tijd kosten en zijn grijze massa wordt belast.
Het is eenvoudig te omschrijven, deze tactiek. Maar in praktijk valt het niet mee. Geduldig bouwen vergt techniek en inzicht. We spelen de partij:

1. 32-28 18-22 2. 31-27!? 22x31 3. 37x26!?

Afbeelding

De witspeler is scheutig met beslissingen. De schijven waaieren snel over het bord en een duo heeft reeds de vijfde rij bezet. Hoe kan zwart het best de geschonken aanknopingspunten benutten? Theo kiest voor het beschreven plan. Hij bouwt eerst rustig op en stelt acties tegen de voorste witte schijven uit. De aanknopingspunten lopen ondertussen niet weg.

12-18 4. 41-37 07-12 5. 46-41 01-07 6. 37-31 …

Afbeelding

Het is mooi om de nu ontstane positie vanuit de beginstand te bekijken. Wit heeft zich al verklaard, zwart heeft de beginopstelling gehandhaafd en daarin slechts één schijfje opgelost.

6. … 19-23 7. 28x19 14x23

Dit ligt niet in de lijn van het uitstellen van beslissingen! Zwart betreedt zelf het centrum en ruilt het witte houvast weg. Maar de vrijblijvende wachtzetten waren op en het is tijd even ‘soeverein’ te denken en te handelen. Zwart wil zijn positie niet verzwakken en kiest een mooi opbouwplan. Hij ruilt naar het centrum en vult dit aan met de opbouw vanuit de velden vijf en tien. De jeugdtrainer gaat het huisje bouwen!

Afbeelding

het huisje!

8. 34-29 23x34 9. 40x29 …

Met deze zet zal Theo blij zijn geweest! Wit wil zijn schijven aan de korte vleugel activeren en neemt daartoe veld 29 in. Het zwarte plan wordt niet verstoord en de schijf op 29 vormt een nieuw houvast, zoals we spoedig zullen zien.
‘Vervelender’ voor zwart is 8. 41-37 10-14 9. 34-30 - Wie randspel speelt, mag niet bang zijn voor omtrekkende acties aan de andere bordhelft! - 9. … 14-19 10. 30-25! en zwart moet een beslissing nemen.

10-14 10. 45-40 14-19 11. 40-34 05-10!


Let op dat Theo rust en geduld bewaart. Geen snelle acties zoals 19-24, 19-23 of 17-21. De schijven op 26 en 29 blijven het witte spel belemmeren.

12. 50-45 10-14 13. 44-40 …

Afbeelding

De geschiedenis heeft zich herhaald. Wit scheutig met beslissingen, zwart handhaaft de beginopstelling. En ook nu moet zwart even ‘komen’. Maar hij staat zo goed dat een eenvoudig opbouwschema het sterke werk kan doen: de opbouw van schijf 2 naar veld 23!

13. … 19-23!

Zwart kan probleemloos het centrum bezetten, want dankzij de bezetting van veld 26 heeft wit geen goede mogelijkheden tegen deze schijf. Herschikken we de witte stand een beetje, dan zou wit wel mogelijkheden hebben. Plaats hiertoe de schijven 26(!) en 42 op de velden 37 en 32, en wit kan werken met de ruil 32-28x28 enzovoort.

14. 42-37 20-25!

Een mooi tussenzetje dat de vlucht 29-24 onmogelijk maakt. Op meteen 14. 13-19(?) zou de ruil 15. 29-24 19x30 34x25 de witte problemen verkleinen: het oplossen van het aanknopingspunt op 29.

15. 35-30 …

De ongelukkige witspeler poogt zijn korte vleugel te activeren, maar hij heeft een schijf te weinig aan deze bordhelft om succesvol te zijn. Met schijf 41 op 44 waren hiertoe betere kansen.

15. … 13-19! 16. 40-35 08-13 17. 45-40? …

En deze zet kost wit zelfs een schijf! Maar te benijden was zijn positie allang niet meer.

17. … 02-08

Afbeelding

De opbouw is voltooid. Zwart maakt zich nu op voor de beslissende actie tegen het zwakke punt in het witte achterland: de hangende schijf op 40. Tegen het naderende onheil voor wit is geen kruid gewassen.

18. 47-42 14-20! 19. 38-32 20-24! 20. 29x20 15x24 21. 32-28 23x32 22. 37x28 24-29! 23. 34x14 25x45 24. 49-44 09x20 25. 44-40 45x34 26. 39x39 20-24 27. 30x19 13x24

En met een schijf meer won Theo gemakkelijk.
Een partij waarin wit willekeurig en ondoordacht beslissingen nam waarop zwart met solide wachtspel reageerde. Geduldig opbouwen en het juiste moment bepalen waarop toe te slaan. Op het moment dat Theo actief wordt, is het dan ook meteen over voor wit.

Conclusie: daar waar de mindere speler onbekommerd scheutig zijn schijven over het bord strooit (vijfde rij!), is de sterke dammer voorzichtig met het nemen van beslissingen. Een zorgvuldig gekozen opbouw houdt alle mogelijkheden open en bemoeilijkt het spel van de tegenstander. Camouflagedammen onder de noemer: De kunst van het nietsdoen!

Gebruikersavatar
Holger
Berichten: 112
Lid geworden op: 24 februari 2006; 13:51
Locatie: Kronborg Slot, Helsingør

Re: Hoe eenvoudiger het lijkt, hoe moeilijker het is

Bericht door Holger » 1 december 2011; 01:09

Laf of sterk, dat is de vraag
‘Nietsdoen’ op herhaling

Tijdens de Limburgse derby in de tweede klasse speelde de hoofdrolspeler van het ‘nietsdoen’ een van zijn kenmerkende partijen. Hij bracht zijn zetten met het idee ‘ze mooi neerzetten’ op het bord. Na afloop van de wedstrijd konden we genieten van het verslag van Maastrichtse hand. Natuurlijk zijn dergelijke verslagen heerlijk vanuit eigen perspectief geschreven en zo hoort het ook. Dat maakt ze juist zo boeiend. Maar de woordkeus die de schrijver hanteert om onderstaande partij te duiden intrigeerde mij enorm. Ik citeer:

Invaller Haije krijgt de onaangename taak om topspeler Theo Schippers te temmen. Haije speelt zeer opportunistisch tegen het wat laffe spel van Schippers. Schippers wacht af en rekent op een foutje van de tegenstander. En deze komt er uiteindelijk ook. Op werkelijk sublieme wijze dringt Theo onze speler een slechte 2-om-2 ruil op. Vervolgens wordt ook nog op een fraaie manier schijfwinst geforceerd en de partij is gespeeld.

Alvorens ik deze passage las, had ik de betreffende partij al nagespeeld. De kracht en sierlijkheid van het witte spel, daar viel naar mijn smaak niets op af te dingen. Inderdaad het oogt gemakkelijk, sterker nog, het lijkt alsof de witte winst vanzelf tot stand komt. Zwart neemt beslissingen en dat getuigt van moed, zo de perceptie van de Maastrichtse schrijver. Wit doet niets, maar is dat nu een tikkeltje laf? Of is het gewoon erg knap en sterk? Met deze vraagstelling in gedachten speel ik de partij graag nog eens na.

Theo Schippers – Haije Kroodsma

Uit de wedstrijd Raes2 – Eureka, gespeeld op 26 november 2011 in Maastricht.

1. 34-29 18-23 2. 29x18 12x23

Afbeelding

Zwart neemt meteen een beslissing: hij besluit het witte aanknopingspunt op de vijfde rij meteen te benutten en ruilt naar het centrum. Het is nog te vroeg voor kritiek, immers, onze eerste wereldkampioen, Isodore Weiss, sprak de wijze woorden ‘In de opening is alles speelbaar, mits goed voortgezet.’ Klopt, maar wie kennis heeft genomen van de ragfijne bouwtechniek van Theo Schippers, die weet dat hij meteen stellingskenmerken ziet als ietwat veel zwart materiaal aan de lange vleugel.

3. 35-30 …


Natuurlijk! De passieve randschijf vindt moeiteloos zijn weg naar het veel actievere hogerop gelegen randveld 25.

3. … 07-12

Zwart kon zijn lange vleugel bevrijden met 3… 20-25, maar daarmee verlegt hij het (eventuele) probleem naar de andere bordhelft. 4. 31-26 25x34 5. 40x18 13x22 6. 37-31 en wit heeft het initiatief over de positie.

4. 30-25 12-18 5. 40-34 ...

Afbeelding

5. ... 20-24


Deze zet op de lange vleugel geeft het spel een nieuwe wending, zoals we over een paar zetten zullen zien. Een ander idee was om even te wachten (‘niets te doen’) om de beslissing aan wit over te laten. Na de rustige opbouw 5… 01-07 6. 45-40 07-12 moet wit ‘iets’ doen:
1) De ruil uit de partij 7. 32-28 23x32 8. 37x28 leidt tot niets omdat zwart reageert met de bevrijding 8… 19-23 9. 28x19 14x23 10. 25x14 10x19 met prima spel.
2) Na de zet 7. 34-30 beschikt zwart over het bevrijdingsplan 7… 20-24 8. 40-35 24-29 9. 33x24 23-28 10. 32x23 18x20 en op een later moment de dubbele ruil met 19-24 enzovoort.
3) 7. 40-35 geeft zwart eveneens de mogelijkheid tot ruil met 7.. 23-28 enzovoort.
Deze weinig aantrekkelijke wachtzetten geven aan dat wit nu wel actief moet worden met zetten als 7. 50-45 02-07 8. 31-26 of meteen 7. 31-26, wil hij de volle lange vleugel van zwart blijven tegenspelen.

6. 45-40 01-07 7. 32-28(!) 23x32 8. 37x28 …

Afbeelding

Dankzij de actieve vijfde zet van zwart kan wit nu rustig naar het centrum ruilen en verder vanuit de lange vleugel aanvullen, zonder dat zwart zich kan bevrijden.
De stelling heeft nu de kenmerken van het halfopen-klassiek. Maar dit is niet het systeem dat Haije Kroodsma wil spelen, getuige het vervolg.

8. … 07-12 9. 41-37 18-23 10. 46-41 23x32 11. 37x28 …


Mooi in navolging van de ruil op de zevende zet. Wit houdt het veld 32 open en handhaaft de halfklassieke structuur.

Afbeelding

11. … 24-30(?)

Zwart verlicht de druk tegen de volle lange vleugel en zoekt ruimt aan de bordrand. De gespeelde zet oogt actief, maar in werkelijkheid is het een schijnoplossing voor het probleem. De perfect opgestelde witte schijven staan klaar om de passieve horde aan de rand warm te onthalen, zoals we spoedig zullen zien.
In plaats van de vlucht naar de rand ligt de zet 11… 13-18 in de lijn van het spel. Doordat nu de opbouw vanuit veld 49 verhinderd is (12. 38-32 14-20!), staan de schijven in het diagram alle op de rechter bordhelft gericht. Wie houd wie nu vast?

Afbeelding

Merk op dat de witte schijf op 28 de achterliggende schijven 33 tot en met 50 belemmert (schijf op de vijfde rij!).
Na de partijzet durf ik definitief te spreken van voordeel voor wit.

12. 41-37 30-35 13. 38-32(!)

Wit start de opbouw vanuit de korte vleugel. Let op de schijvenverdeling van beide kleuren: wit 8 links en 9 rechts; zwart 7 links en 10 rechts. Geen onbelangrijk gegeven!
Merk overigens ook op dat de zwarte vork 6, 11, 16, 17 niets te eten heeft.

19-24 14. 43-38 14-20 15. 25x14 09x20

De slag naar 19 lijkt mij beter. Zwart speelt op eigen kracht zijn centrum leeg.

Afbeelding

16. 32-27 …

Ongetwijfeld met de bedoeling om 16… 12-18 met de kerkhofruil 17. 27-22 18x27 18. 31x22 te beantwoorden.
De zetten 16. 31-27 en 16. 34-30 lijken ook prima speelbaar.

16… 02-07

Er dreigde 17. 33-29 24x22 27x07, maar deze is eenvoudig te weerleggen met 16… 17-21. Met de partijzet decentraliseert zwart zijn stelling verder. De basisschijf wil liever op z´n plaats blijven om later nog naar veld 8 te kunnen spelen.

17. 37-32 20-25 18. 34-29 …

Wit wil de klaverbladopsluiting met 18… 24-30 niet toelaten.

04-09 19. 29x20 15x24 20. 40-34 24-30


Afbeelding

De witte schijven staan mooi opgesteld. Zwart heeft daarentegen inactieve schijven aan beide vleugels plus een dun centrum. Het witte voordeel is evident.

21. 42-37 17-22 22. 27x18 13x22 23. 28x17 11x22

Afbeelding

De dubbele ruil activeert de korte vleugel, maar de concessie die gedaan moest worden is de bezetting van veld 22 (vijfde rij!). En die schijf vormt weer een dankbaar aanknopingspunt voor wit. Wit heeft zijn schijven nog mooi in de beginopstelling staan!

24. 47-42 09-13 25. 31-26 07-11 26. 37-31 12-17 27. 42-37 10-14 28. 48-42 05-10

Afbeelding

De laatste vijf zetten van wit spelen als vanzelf, dankzij de perfecte balans in zijn positie en de rammelende samenhang tussen de zwarte troepen. De formatie aan de korte vleugel blijft gehandhaafd.

29. 32-27 …

Een mooie zet. Zwart kan zich het sluiten met 29… 13-18 niet permitteren vanwege de dreigende kettingstelling met 30. 37-32 08-12 31. 32-28! Ook opvangen met 29… 03-09 30. 27x18 13x22 verlicht het zwarte spel geenszins. De druk tegen veld 22 blijft gehandhaafd, het centrum verder uitgehold en de randschijven vervelend passief.

29… 13-19 30. 27x18 17-21 31. 26x17 11x13

Deze ruil lijkt verlichting te brengen, maar in werkelijkheid blijft zwart problemen houden. Het probleem van veld 22 wordt ingeruild voor een slechte schijvenverdeling. Daarnaast blijft de schijvenconcentratie aan de rand onverminderd een ballast. De witte schijvenformatie, vooral die aan de korte vleugel, blijft prachtig. Het witte leger vormt een veerkrachtige en slagvaardige eenheid.

32. 31-27 ...

Afbeelding

32. ... 19-23(?)


De zwarte schijven willen vanuit zwarte optiek naar rechts spelen. Maar het bezetten van het centrum heeft ook bezwaren. Jawel, de vijfde rij wordt betreden. Zwart bezet veld 23, wit controleert veld 23, zoals we meteen zullen zien.

33. 37-31! 14-19 34. 27-21! 16x27 35. 31x22

Met twee krachtzetten voltooit wit de omsingeling van de zwarte centrumschijf. Verlies is onafwendbaar.

Afbeelding

35… 08-12 36. 33-29 12-18 37. 42-37 18x27 38. 29x09 03x14 39. 37-32 06-11 40. 32x21

Afbeelding

De schijfwinst is binnen en daarmee de strijd beslist. Maar de manier waarop de flexibele korte vleugel het afmaakt in niet alleen een lust voor het oog, het maakt tevens duidelijk hoe belangrijk een zorgvuldig gekozen opbouw is. Alle mogelijkheden aan deze vleugel zijn opengehouden, de schijven hoefden gedurende de partij niets anders te doen dan op hun beurt wachten. Nu zijn ze eindelijk aan zet!

19-23 41. 36-31 14-19 42. 38-33! 10-14 43. 31-27 14-20 44. 33-28 23x32 45. 27x38 19-23 46. 38-33!

Afbeelding

Zwart geeft op.

Waar heeft zwart het nu fout gedaan?
De actieve zetten, de zetten die een beslissing inhouden vormen een breekbare keten in deze partij. Ik som de reeks op: 1. 18-23, 5. 20-24, 11. 24-30, 21. 17-22 en 32. 19-23. De zwarte zetten zijn opportunistisch, zwart trekt pas zijn plan op het moment dat probleempjes zich aandienen.
Wit daarentegen houdt alle mogelijkheden vanaf het begin open, hij brengt ‘positionele dreigingen’ in stelling. Op het moment dat zwart daar met acties op reageert, komt de kracht van het flexibele spel volledig tot zijn recht. Op zijn beurt reageert wit en voert de druk op. Zijn sierlijke stelling bevat zoveel mogelijkheden dat de winst als vanzelf op het bord lijkt te komen.

Wat is dammen toch simpel. Je wacht ‘laf’ af en wint vanzelf. Schijn bedriegt. Want hoe eenvoudiger het lijkt, hoe moeilijker het is. IJzersterk ‘nietsdoen’ is in handen van Theo Schippers tot kunst verheven.

chim1aap
Berichten: 2
Lid geworden op: 7 november 2010; 21:19

Re: Hoe eenvoudiger het lijkt, hoe moeilijker het is

Bericht door chim1aap » 3 december 2011; 00:56

en jij hebt de woordenbouwen tot een ware kunst verheven holger:)

Gebruikersavatar
Holger
Berichten: 112
Lid geworden op: 24 februari 2006; 13:51
Locatie: Kronborg Slot, Helsingør

Re: Hoe eenvoudiger het lijkt, hoe moeilijker het is

Bericht door Holger » 12 januari 2013; 22:15

Willy Maertzdorf gunt blik in eigen keuken
Over dreigend gevaar en vette kluiven

Afgelopen vrijdag woonde ik een training bij van de fanatieke DIOS-dammer Dick Huitink. Hij sneed op kundige wijze het onderwerp damfilosofie aan en illustreerde zijn boeiende betoog over het opzetten van een dampartij onder meer met de half-klassieke sjablonen van Ton Sijbrands. Een prachtige uiteenzetting volgde waarbij alle aanwezigen konden genieten van de damkunst van onze nationale topper. De kunst van het nietsdoen kwam daarbij aan bod waarna een interessant gesprek ontstond tussen de deelnemers over de te volgen koers tijdens een dampartij. Willy Maertzdorf, één van de kleurrijke troefkaarten van De Vaste Zet, gunde ons een blik in eigen keuken. Hij vergeleek de strijd tegen een damgrootmeester met de ontmoeting met een gevreesde viervoeter: ‘Als je een gevaarlijke hond meester wilt blijven, dan moet je hem een vette kluif geven. Dan laat ie je even met rust’
Prachtige beeldspraak!
Niet vluchten in bot gehak, maar gun de bloeddorstige tegenstrever een aanknopingspunt. ‘Dan richt hij zich daar op en kun je rustig verder spelen’, stelde Willy nuchter en koelbloedig vast. En zijn receptenboek leert dat hij succes heeft. Hij plaatste onlangs tegen de nummer drie van Bejing, grootmeester Vadim Virnyi, meteen een schijf aan de rand. 1. 31-26: de ‘vette kluifvariant’ leidde vervolgens na enige klassieke verwikkelingen tot een solide remise.

Plaats reactie